Concert 9 december 2017: Op schoot bij het Residentie Orkest


Close to Classics

Mozart: Ouverture uit Le Nozze di Figaro
Beethoven: Symfonie Nr. 2

Otto Tausk, Residentie Orkest
Stadsgehoorzaal, Leiden

Bij Close to Classics van het Residentie Orkest zit je bijna letterlijk op schoot bij de orkestleden tijdens het concert. Een aanpak die meer is dan een gimmick en zowel voor publiek als orkest een nieuwe ervaring. De Stadsgehoorzaal in Leiden is een perfecte locatie voor een uniek concert. 

Voor dirigent Otto Tausk (1970) was het gisteravond even wennen. Midden in de grote zaal van de Stadsgehoorzaal - voor de gelegenheid ontdaan van de vaste stoelen - stond zijn dirigentenpodium, zijn werkplek voor die avond. In plaats van een orkest voor hem, waren de orkestleden van het Haagse Residentie Orkest in een cirkel om hem heen verspreid. En tussen die orkestleden zat het publiek. Normaliter zijn orkest en publiek gescheiden werelden die - in de woorden van Tausk - bij elkaar gebracht moeten worden door de dirigent. In de nieuwe formule Close to Classics zijn orkest en publiek één en zit je als publiek zomaar naast bijvoorbeeld een viool, cello of hoorn. Het lijkt een gimmick, maar leidt tot een compleet andere concertervaring. Niet alleen is de (fysieke) barrière tussen orkest en publiek weggenomen, maar is de muziekbeleving anders. Gezeten - in mijn geval - tussen de tweede violen is het vioolgeluid dominant, terwijl voor andere concertgangers juist de houtblazers of de cello's dominant zijn. Zo heeft iedere bezoeker een compleet eigen ervaring op grond van exact hetzelfde concert. 

Close to Classicisme 
Een concert waarbij de muziekkeuze nauw luistert. In deze opzet kan je niet met een orkest op volle oorlogssterkte aantreden. De omvang van de zaal moet dan navenant zijn en dan ontstaat juist het reële gevaar dat je als bezoeker niet veel meer mee krijgt dan de muzieksectie waar je bij zit. De grote symfonische werken van bijvoorbeeld Mahler, Bruckner of Richard Strauss zijn niet geschikt voor Close to Classics. Juist de componisten van het classicisme (1750 tot 1810) lenen zich uitstekend voor het concept doordat het symfonische werk uit die tijd juist uitgaat van een kleiner (kamer)orkest en zo dus met een beperkt orkest volwaardig kan worden uitgevoerd. De Grote Vier van het (Weense) classicisme - Haydn, Mozart, Beethoven en Schubert - en vooral hun symfonieën lenen zich daarom uitstekend voor het concept. Niet voor niets stond in het concert van gisteravond Mozart en vooral Beethoven centraal terwijl de volgende editie Schubert en (wederom) Beethoven op de lessenaar staan. Overigens zouden de symfonieën van Mendelssohn zeker ook passen.

Verwondering
En het moet gezegd: het is bijzonder om een concert te midden van het orkest te beleven. Niet alleen tijdens het musiceren zelf, maar juist ook de anticipatie vooraf ("Naast wie zit ik, toch niet de trompetten anders ben ik straks doof"). Bij de eerste noten van de ouverture van Le Nozze di Figaro zit je volledig in de muziek, maar hoor je het - door de andere balans - op een andere manier. Het is moeilijk te omschrijven, maar de zeggingskracht van de muziek neemt ontegenzeggelijk toe. Je kon het ook zien aan de gezichtsuitdrukkingen van het publiek waarbij vooral verwondering en plezier dominant waren. Op deze wijze muziek beleven maakt pijnlijk duidelijk wat Beethoven moet hebben doorgemaakt toen hij - bij het schrijven van zijn Tweede Symfonie die onderdeel was van deze editie van Close to Classics - erachter kwam dat zijn gehoor langzamerhand aan het verdwijnen was. Afgesloten worden van je passie en de wereld en beseffen dat je over niet al te lange tijd muziek niet meer kunt horen, moet ondraaglijk zijn geweest. Een gevoel dat je - zoals Tausk mooi verwoordde in zijn toelichting - eigenlijk niet terug hoort in de optimistische en vrolijke muziek die deze symfonie is. Een symfonie dat de muzikale wereld van de ouverture van Le Nozze di Figaro deelt en daarom zo'n mooie combinatie vormt. Het tweede deel dat van geen ophouden weet is volgens Tausk één van de mogelijke gevolgen van Beethoven's aanstaande doofheid: de wil om een prachtige melodie tot het oneindige te blijven horen.

Close to Classics is een bijzonder geslaagd concept waarbij de Stadsgehoorzaal een zeer passende locatie bleek, alleen al vanwege het langwerpige, niet te grote formaat. Opvallend was ook dat door deze opzet het publiek en het orkest na afloop in gesprek met elkaar gingen over de muziek en de beleving. Het Residentie Orkest heeft met Close to Classics een prachtconcept ontwikkeld dat veel tijd en energie kost en veel minder praktisch is dan een regulier concert, maar van grote toegevoegde waarde is. 


'Close to Classics' met werken van Beethoven en Mozart werd eenmalig uitgevoerd op 9 december 2017. De volgende editie met Beethoven's Eerste Symfonie en de Derde Symfonie van Schubert onder leiding van Jan Willem de Vriend is op zaterdag 24 maart 2018. Meer informatie en kaarten bestellen hier. 

Reacties