Tory Big Beasts and where to find them. 'A Kind of Blue. A Political Memoir' van Kenneth Clarke


In een tijd van toenemend cynisme over de politiek en het ontbreken van kleurrijke en onafhankelijke politici zijn de memoires van de Britse Conservatieve politicus Kenneth Clarke een welkom tegengif. Als één van de langstzittende ministers van het Verenigd Koninkrijk wist Clarke zijn stempel te zetten onder zowel Thatcher en Major als Cameron zonder zijn zeer ontspannen, maar vooral onafhankelijke houding aan te passen. Kind of Blue is daarmee een eerbetoon geworden aan de Tory Big Beasts van weleer, die in deze tijd misschien niet meer kunnen, maar wel zeer welkom zijn.

“I now realize that my personality is rather different from others. Compared with most politicians, I must seem so far laid-back as to be horizontal”. Bijna halverwege Kind of Blue. A Political Memoir geeft Kenneth Clarke (1940) blijk van zelfkennis die zijn persoonlijkheid en daarmee zijn (politieke) levenswandel definieert: een invloedrijk politicus die zich schijnbaar nooit (echt) geconformeerd heeft aan zijn politieke omgeving en daarvan zijn kracht wist te maken. Een Eurofiel in een toenemend Eurosceptische partij. Een One Nation Tory in een almaar – tot de komst van David Cameron – rechtser wordende partij voor Little England. Eén van de belangrijkste Big Beasts van de Conservatieven: de grote persoonlijkheden binnen de Conservatieve partij met een grote eigen achterban en eigen invulling van de belangrijkste ministeries en voortdurende invloed binnen de partij. Een Big Beast die in tegenstelling tot David Cameron en vrijwel al zijn voorgangers geen geprivilegieerde afkomst geniet. 

Hoewel Ken Clarke nog steeds Member of Parliament is voor Rushcliffe en dat al onafgebroken sinds 1970 is, is zijn actieve politieke carrière in het hart van de macht voorbij. De zesenzeventigjarige Clarke lijkt daar geen enkel probleem mee te hebben. En dat is ook niet zo gek aangezien hij vanaf 1979 – onder het premierschap van Margaret Thatcher – begonnen is aan een ministeriële carrière die uiteindelijk Clarke tot één van de langstzittende ministers heeft gemaakt in de moderne Britse politiek. Een carrière die begon met de juniorpost van Under Secretary of State for Transport en hem uiteindelijk leidde naar het kernkabinet van zowel Thatcher als haar opvolger John Major. De kolossale en voortdurende overwinning van Tony Blair’s New Labour in 1997 leek een einde te hebben gemaakt aan de toen al imposante carrière van Clarke. Maar met de komst van de coalitieregering van Conservatieven en Liberaal-Democraten voegde Clarke nog een Indian Summer aan zijn politieke carrière toe als onder andere Lord Chancellor en Minister van Justitie. Sinds de verkiezingen van 2015 en de terugkeer van de Conservatieven als meerderheidspartij heeft hij de gang naar de back benches gemaakt en observeert hij de bizarre politieke ontwikkelingen van Brexit, een leiderschapswisseling en de implosie van Labour. Alle reden dus om zijn ervaringen aan het papier toe te vertrouwen.

De minister en de taperecorder
Hoewel ‘aan het papier toevertrouwen’ niet al te letterlijk moet worden genomen. Clarke is een overtuigd ouderwetse politicus die zijn memoires als een aaneenschakeling van anekdotes aan een taperecorder heeft toevertrouwd en daarbij – in tegenstelling tot zijn bijna naamgenoot en eveneens beroemde Tory Alan Clark – nooit iets van een dagboek heeft bijgehouden. Aan zijn staf en uitgever MacMillan de schone taak om structuur aan te brengen, feiten te controleren en tot een coherent verhaal te komen. Daar zijn ze overigens zeer in geslaagd. Kind of Blue – juist door de oorsprong – leest alsof je met Ken Clarke – getooid met zijn trademark bruinsuède schoenen, sigaren rokend en whiskydrinkend – bij een knisperend openhaardvuur zit, luisterend naar zijn vele verhalen en anekdotes over zijn talloze ministeriële posten. Denk daarbij overigens niet dat hij enorm uit de school klapt of zijn privéleven in detail uit de doeken doet. Ook daarin is Clarke van het klassieke soort: het publiek heeft – op wat feitelijke informatie na – geen recht op zijn privéleven en hoewel het boek vol heerlijke anekdotes staat, zal geen van de lijdend voorwerpen zich (echt) beschadigd voelen. Hij gaat daarin in zover dat de dood van zijn geliefde vrouw Gillian – die in de nasleep van de verkiezingen in 2015 – haar gevecht met kanker verloor redelijk afstandelijk wordt beschreven. 

Gek genoeg siert Clarke dat enorm. Net zoals het moment – met groot plezier beschreven in Kind of Blue – dat hij en zo’n andere Tory Big Beast Malcolm Rifkind na het geven van een gezamenlijk interview waarbij de camera nog steeds liep ongefilterd en ongezouten hun mening gaven over de kandidaten voor het Conservatieve leiderschap. Een verkiezing nodig door het aftreden van David Cameron vanwege Brexit waarbij Clarke uiteindelijke winnaar Theresa May omschreef als een “bloody difficult womam”. Een omschrijving die ze – kenmerkend voor haar politieke antenne – benutte om haar kwaliteiten onder de aandacht te brengen. Deze en andere anekdotes geven een mooie inkijk in de werkwijze van Clarke: onafhankelijk, fair en verre van politiek correct of wat politiek geacht wordt door het leiderschap. Het heeft hem geen politieke windeieren gelegd aangezien hij - met name in de jaren negentig onder Major - vrijwel alle belangrijke ministersposten heeft vervuld: Onderwijs, Volksgezondheid, Binnenlandse Zaken, Financiën en Justitie. Die laatste in combinatie met de eeuwenoude positie van Lord Chancellor die ook het nodige ceremonieel inhoudt. Niet zonder reden dat hij zich in zijn eerste dagen begaf naar Ede & Ravencroft (motto: We supply ceremonial robes for all occassions) aan Chancery Lane in Londen. Bij de beschrijving van die periodes gaat hij echter de anekdotes voorbij en weet hij de kern van zijn beleidsvoornemen goed weer te geven, hoewel dit wel de minst geslaagde onderdelen van Kind of Blue zijn. Deze ietwat saaie passages komen echter tot leven door de kleurrijke anekdotes die vooral door zijn verwondering en gebrek aan gene. Over zijn binnenkomst bij het Ministerie van Justitie is hij dan ook glashelder: “I had not the first idea of what the Conservative Party had been doing in terms of justice policy in oppostition but someone handed me a printout of the key section of the Conservative Party website, of which I had never previously been aware”. Duidelijk wordt in ieder geval dat hij vooral ook erg heeft genoten van het internationale aspect van zijn diverse functies en dat het daarom ook erg spijt dat hij nooit Minister van Buitenlandse Zaken is geweest. Gaandeweg Kind of Blue wordt het zonneklaar dat zijn (inter)nationale netwerk immens is. Zo is hij sinds jaar en dag deelnemer aan de Bilderberg Conferentie. Een conferentie waarbij hij alle samenzweringsdenkers van repliek dient: “I would have been delighted to be party to such a plot so long as it was well intentioned and in accordance with my own views”. Mede door zijn internationale contacten, maar ook door zijn eigen overtuiging, is zijn waardering voor Europa en zijn overtuiging dat het Verenigd Koninkrijk binnen Europa hoort navenant gegroeid.

De eeuwige (verliezende) kandidaat voor het Tory-leiderschap
Juist die waardering voor Europa heeft hem altijd in de weg gestaan om het allerhoogste podium te bereiken: leider van de Conservatieven en daarmee uiteindelijk premier. Want deze eeuwige kandidaat voor het leiderschap van de Tories heeft hem in 1997, 2001 en 2005 doen verliezen van achtereenvolgens William Hague, Iain Duncan Smith en David Cameron. Met name in 1997 en 2001 had hij grote kans om leider te worden, maar bleek het gekozen systeem om tot een nieuwe leider te komen in zijn nadeel te werken. Want telkens bestond het electoraat, in 1997 de Conservatieve parlementariërs en in 2001 de (in meerderheid bejaarde) leden van de Conservatieve Partij, uit Eurosceptische kiezers die niets van zijn warme gevoelens voor Europa moesten hebben. Een permanente kloof binnen de Conservatieven die zoveel schade heeft gedaan in met name de Major-jaren, maar ook recent hebben geleid tot de Brexit en de val van David Cameron. In 2005 was er eindelijk ruimte voor een kandidaat als Clarke, maar werd toen overschaduwd door het optimisme van de vooruitkijkende en kosmopolitische David Cameron. Clarke is daarmee één van de beste leiders die de Conservatieven nooit gehad hebben, hoewel het sterk de vraag is of Clarke – gezien zijn wat lodderige en onafhankelijke karakter – wel opgewassen zou zijn geweest tegen de zware rol van leider van de Conservatieven en daarmee op een gegeven moment tevens premier. Zijn moeite met technologische vorderingen vat Clarke mooi samen naar aanleiding van zijn tweede gooi naar het leiderschap in 2001: “Technology had moved on, so although I have still never operated a computer myself, this time I was persuaded to have a website, and a so-called rebuttal unit. I never did discover what we put on the website”. Het aardige aan Kind of Blue is dat hij niet alleen een inkijk geeft in het leiderschap van de Conservatieven, maar ook bijvoorbeeld de impact van de veranderende media daarop. Zo lamenteert hij de veranderingen bij de Daily Telegraph na de overname door de (later in ongenade gevallen) Conrad Black. Van “the voice of the Tory Party at prayer” bleef uiteindelijk niet zoveel meer over. Maar het belangrijkste aan Kind of Blue is dat niet alleen een prachtig tijdsbeeld geeft van het Verenigd Koninkrijk in de tweede helft van de twintigste eeuw, maar vooral een fascinerende inkijk geeft in de machinerie van de politiek-bestuurlijke inrichting van het land en een insider view van de kabinetten onder leiding van Thatcher, Major en Cameron. Maar bovenal zijn het de memoires van een kleurrijk en onafhankelijk politicus waar – welke democratie het ook betreft – er veel meer van zouden moeten zijn.

In oktober zijn – onder de titel ‘Kind of Blue. A Political Memoir’ – de politieke memoires van Kenneth Clarke verschenen. ‘Kind of Blue’ is tevens verschenen als eBook. Deze recensie is ook verschenen bij online nieuwsmagazine Jalta.

Reacties