Opera 25 oktober 2016: Eva-Maria Westbroek schittert in Manon Lescaut


Nationale Opera
Manon Lescaut
(Giacomo Puccini, 1858-1924)

Eva-Maria Westbroek, Manon Lescaut
Stefano La Colla, Renato des Grieux
Thomas Oliemans, Lescaut
Alain Coulombe, Geronte di Ravoir
Alessandro Scotto di Luzio, Edmondo

Andrea Breth (regie)
Martin Zehetgruber (decor)

Koor van De Nationale Opera
Alexander Joel, Nederlands Philharmonisch Orkest
Nationale Opera & Ballet, Amsterdam

De Nationale Opera zet haar Puccini-cyclus voort met ditmaal de opera die Giacomo Puccini voor het eerst wereldfaam bezorgde: Manon Lescaut. Met niemand minder dan Eva-Maria Westbroek in de hoofdrol kan het eigenlijk niet mis gaan. Hoewel Westbroek schittert en begeleid wordt door een geweldig spelend Nederlands Philharmonisch Orkest, valt er op de enscenering van Andrea Berth het nodige af te dingen. Maar voor wie van Puccini houdt, kan met een gerust hart de gang naar Amsterdam maken.

De liefhebber van de opera’s van Puccini is de afgelopen jaren (meer dan) goed bediend door de Nationale Opera/de Nederlandse Opera. Zelf bewaar ik goede herinneringen aan La Bohème twee seizoenen geleden, maar vooral een indrukwekkende Turandot uit 2010 met een sprankelend Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van Yannick Nézet-Séguin. Daar waar in 2010 Puccini’s laatste (en niet voltooide) opera centraal stond, is het nu de beurt aan Puccini’s derde opera Manon Lescaut (1893). De opera die Puccini’s doorbraak betekende en een reeks startte van louter succesnummers. Maar belangrijker dan de constatering dat Manon Lescaut de voortzetting van de Puccini-cyclus vormt, is de terugkeer van Eva-Maria Westbroek bij de Nationale Opera. Want de enige echte operaster van Nederlandse bodem is ongetwijfeld één van de belangrijkste redenen om naar Amsterdam af te reizen. Puccini, Westbroek en de Nationale Opera zijn geen vreemden voor elkaar. In 2009 vormden zij al een gouden trio met een door critici geprezen uitvoering van La fanciulla del West. En in Manon Lescaut is dat niet anders. Westbroek weet haar publiek te betoveren en geeft – hoewel ze toch echt niet door kan gaan voor de 18-jarige Manon Lescaut – de verschillende emoties die Manon tijdens de opera doormaakt telkens met een voltreffer gestalte. Daarbij moet zonder meer gesteld worden dat Des Grieux, de geliefde van Manon, op evenzo geweldige wijze wordt vertolkt door Stefano La Colla. La Colla komt wat betreft zonder moeite in de buurt van het enthousiasme dat het publiek voor Westbroek tentoonspreidt. Ten slotte is er nog het Nederlands Philharmonisch Orkest dat – aangejaagd door de vrij onbekende maar zeer competente dirigent Alexander Joel (1971) – de muziek van Puccini laat schitteren. Een volvette doch transparant Technicolor-geluid is de perfecte begeleiding voor de krachtige stemmen van Westbroek en La Colla. Alleen Alessandro Scotto di Luzio’s Edmondo wist zich bij de start niet helemaal boven het orkest uit te werken hoewel dit gaandeweg de uitvoering ook geen probleem meer was.

Loszingen
De ingrediënten voor een perfecte Manon Lescaut lijken zich daarmee te hebben aangediend. En in veel opzichten is dit ook een zonder meer memorabele uitvoering ware het niet dat er op de enscenering en daarmee de regie van Andrea Berth het nodige valt af te dingen. Berth kennen we nog van een – als we de kritieke mogen geloven –  controversiële enscenering van Verdi’s Macbeth bij de Nationale Opera. Ook nu zet ze de boel op stelten door de vier aktes die Manon Lescaut rijk is en plaats vinden in achtereenvolgens Amiens, Parijs, Le Havre en Amerika weer te geven als de herinneringen van een in een Amerikaanse woestijn stervende Manon. Met haar geliefde Des Grieux aan haar zijde. Hoewel een innovatieve benadering, blijft het de vraag waarom je zo wil loszingen van de oorspronkelijke bedoelingen van componist en librettist. Hoewel wat betreft het libretto Puccini het ook allemaal niet zo goed wist aangezien hij meerdere librettisten heeft versleten tijdens de totstandkoming van deze opera. Berth kiest ervoor om de diverse akten in een woestijnomgeving te laten plaats vinden om het uitgangspunt van herinnering kracht bij te zetten. Een slapende Manon vergezeld van een eveneens slapende Des Grieux moeten dit uitgangspunt verder duidelijk maken. Gelukkig is de Nationale Opera zo verstandig geweest om bij de synopsis van het verhaal dit (afwijkende) uitgangspunt in een paar regels uit te leggen. Het feit dat dit nodig is, maakt  duidelijk dat deze visie allesbehalve gelukkig is.

Pijn aan de ogen
Het gekke aan deze keuze is dat je zou denken dat iedere akte start met een slapende Manon en Des Grieux, maar dit is alleen zo bij de eerste akte waar Manon – samen met haar broer en de rijke oude Geronte di Ravoir – arriveert in Amiens. Zij ontmoet daar de student Des Grieux en valt hopeloos voor hem. Ze besluiten samen te vluchten, maar worden achtervolgd door Di Ravoir. In de tweede akte blijkt dat Di Ravoir – bijgestaan door de broer van Manon – succesvol was in zijn jacht op Manon en inmiddels haar tot zijn trofee heeft maakt terwijl Manon geniet van zijn rijkdom. Toch blijft ze denken aan Des Grieux en helpt haar broer haar om ze weer samen te brengen. Ook dit gaat mis: Manon treuzelt te lang om haar sieraden op haar vlucht mee te nemen en ze wordt gearresteerd door de politie die door haar oude minnaar is gealarmeerd. Zowel bij de dramatische climax van de eerste akte (de vlucht) als de tweede akte (de arrestatie) kiest Berth voor een totaal gebrek aan dramatiek bij deze gebeurtenissen die in een soort slow motion en telkens gesymboliseerd door één figuur (in plaats van een massa aan personages) plaats vinden. Wellicht als een soort vertaling van het feit dat deze gebeurtenissen voor Manon een droom zijn, maar echt werken doet het niet. De derde en vierde akte zijn daarentegen wel gebaat bij de aanpak van Berth. Want de simpele enscenering van Le Havre waar Manon – veroordeeld tot deportatie – zich bevindt, is  krachtig. En dan tenslotte die vierde dramatische akte: Des Grieux is Manon gevolgd in haar deportatie naar Amerika en in een woestijn zijn ze eindelijk samen, maar sterven zij ook gezamenlijk. Niet alleen is de enscenering van de woestijn hier zeer passend, maar wordt handig gebruik gemaakt van het schelle licht van diezelfde woestijn. Want de vierde akte start met een prachtig instrumentaal intermezzo waardoor de zaal in duisternis gehuld is. Zodra het doek opgaat voor de finale doet het – juist door het duister – schelle licht pijn aan de ogen en geeft daarmee een extra dimensie aan de dramatiek. Zo eindigt Manon Lescaut alsnog op een wijze waar alle elementen – voor dat moment althans – in evenwicht met elkaar zijn.



Van 10 t/m 31 oktober 2016 voert De Nationale Opera ‘Manon Lescaut’ van Puccini op. Deze recensie is op basis van de slotuitvoering op 25 oktober 2016.

Reacties