Dagboek van een gentleman: 'The Duff Cooper Diaries' van John Julius Norwich


De voor velen onbekende politicus, diplomaat en schrijver Duff Cooper heeft – tijdens de meest bepalende periode in de geschiedenis van het Verenigd Koninkrijk – nooit echt aan de knoppen gezeten, maar altijd in de buurt ervan. Met dank aan zijn zoon zijn de dagboeken van Duff Cooper sinds 2005 openbaar en passen ze naadloos in het rijtje succesvolle en openhartige politieke dagboeken zoals die van Alan Clark en Chris Mullin. 

In tegenstelling tot vrijwel alle andere landen ter wereld kent het Verenigd Koninkrijk een bruisende traditie van politieke dagboeken. Een traditie die vooral gedragen wordt door politici die altijd nabij de macht hebben gefunctioneerd, maar er altijd ver genoeg van af hebben gestaan om sans gêne hun waarnemingen met de buitenwereld te kunnen delen. Wellicht dat deze openhartigheid de schrijvers in kwestie ook van die daadwerkelijke macht heeft afgehouden, maar in dit geval biedt deze eigenschap het brede publiek een inkijk die velen normaliter niet gegund is. Het meest bekende (en beruchte) voorbeeld van dergelijke politieke dagboeken is zonder twijfel de Conservatieve politicus Alan Clark (1928-1999). Zijn meesterlijke dagboeken – over drie delen verdeeld – zijn een feestje om te lezen en geven niet alleen inkijk in zijn eigen turbulente leven vol drank en vrouwen, maar ook een onthullende kijk in de wereld van de Britse politiek in het algemeen en zijn fascinatie voor Margaret Thatcher ("Like her? She is not there to be liked. She's a force of nature") in het bijzonder. De dagboeken van Clark zijn overigens – tot op heden – de enige dagboeken die zijn verfilmd als televisieserie. Een erg vermakelijke en goede serie met John Hurt als Alan Clark. Chris Mullin (1963) is een ander voorbeeld van deze traditie en kan gerekend worden tot de pendant van Clark bij Labour, maar dan zonder de drank en vrouwen. In zijn – eveneens in drie delen verschenen – dagboeken fileert hij genadeloos de machinerie van New Labour en geeft hij een inkijk zonder opsmuk. Voordat Clark en Mullin het levenslicht zagen, hield Duff Cooper al een dagboek bij. Hoewel hij in 1954 gestorven is, heeft het nog een halve eeuw geduurd voordat zijn dagboeken – geredigeerd door zijn zoon befaamd historisch schrijver John Julius Norwich – het licht hebben gezien. Maar voor de liefhebbers van de dagboeken in het algemeen en die van Clark en Mullin in het bijzonder zijn de belevenissen van Duff Cooper onweerstaanbaar en geven ze een beeld van misschien wel de belangrijkste periode in de geschiedenis van het Verenigd Koninkrijk. 

Portret van een klasse
Want hoe anders kan de periode tussen 1915 en 1951 geduid worden? Ga maar na: net na het hoogtepunt van haar (wereld)macht bevond het Verenigd Koninkrijk zich in The Great War. De Eerste Wereldoorlog die over ging in een ongemakkelijk interbellum waarin de krachten van het fascisme toenamen. Maar tegelijkertijd een tijdperk waarin koning Edward VIII moest aftreden vanwege zijn voornemen tot een huwelijk met een gescheiden Amerikaanse. En ten slotte de allesvernietigende Tweede Wereldoorlog die het einde zou inluiden van het oude Empire en de eerste jaren erna in het teken stonden van wederopbouw en de totstandkoming van de Verenigde Naties. Hoewel Duff Cooper niet bepaald wereldberoemd is, zat hij wel op de eerste rang bij al deze hoofdstukken van dit historisch schouwspel. Voortgekomen uit de gegoede (maar niet waarlijk aristocratische) klasse werkte hij bij Buitenlandse Zaken waar hij – tegen de zin van zijn moeder – zich vrijwillig aanmeldde om te vechten in de Eerste Wereldoorlog. Een heldhaftige periode zou volgen waarna hij terug zou keren naar Engeland en Diana Manners, de liefde van zijn leven. Hoewel zij ja had gezegd tegen zijn aanzoek per brief uit de loopgraven van de oorlog, keurden de ouders van Diane het huwelijk af. Want hoewel Duff Cooper in het juiste wereldje rondliep en natuurlijk de juiste scholen (Eton, Oxford) had doorlopen, was zijn afkomst te min voor de Hertog en Hertogin van Rutland. Uiteindelijk zouden ze zich gewonnen geven. Opvallend is dat zowel in de periode voor zijn huwelijk als daarna Cooper zich immer in de high society heeft begeven. Zijn dagboeken zijn daarom een who’s who van de absolute crème de la crème van politiek, cultuur en bedrijfsleven uit die tijd. Dit terwijl de rol van Cooper in datzelfde maatschappelijk leven behoorlijk is, maar niet overdreven groot. Via het parlement zal hij uiteindelijk het kabinet betreden als onder andere First Lord of the Admiralty en uiteindelijk eindigen als ambassadeur van het Verenigd Koninkrijk in Frankrijk. 

Waarom een dagboek bijhouden?
Toch blijft altijd de vraag waarom mannen – want het zijn vrijwel altijd mannen – zoals Cooper een dagboek bijhouden. In 1948 noteert hij in zijn dagboek er iets over naar aanleiding van een vraag van een goede vriend. Hij geeft daarin aan dat hij het niet schrijft om later nog eens terug te lezen, want daar houdt hij niet van. Hij schrijft het ook niet voor zijn nabestaanden, want hij is dermate eerlijk over zijn drankgebruik, gokverslaving en ontrouw dat hij niet zou willen dat zijn vrouw – die hij overigens enorm lief heeft – of zijn zoon dit ooit zouden lezen. Als dat zijn doel was dan zou hij veel niet hebben geschreven. Des te mooier overigens de constatering dat zijn zoon John Julius Norwich (de achternaam is ontstaan nadat Cooper tegen het einde van zijn leven in de adelstand is verheven als de 1st Viscount Norwich) de dagboeken heeft geredigeerd en zijn vader – in goede en slechte tijden – laat voortleven. Uiteindelijk stelt hij “perhaps the answer is that people who love life as much as I do want to keep some record of it – because it is all they can keep”. En juist daarom zijn de dagboeken van Duff Cooper ruim zestig jaar na zijn dood nog steeds zo de moeite van het lezen waard. Niet alleen vanwege het tijdsbeeld, de klassenmaatschappij van die tijd en de historische gebeurtenissen, maar vooral ook vanwege Duff Cooper. Zoals op typische onderkoelde wijze de Britten zeggen: quite a character

Oordeel FerdiBlog: ****

De dagboeken van Duff Cooper (1890-1954) zijn geredigeerd door zijn zoon John Julius Norwich en voor het eerst in 2005 door Weidenfeld & Nicolson uitgegeven. Bestellen kan hier. Deze recensie is ook verschenen bij online nieuwsmagazine Jalta

Lees op FerdiBlog een eerdere recensie van het laatste dagboek van Chris Mullin: A Walk-On Part. Diaries 1994-1999

Reacties