Verrader van land én klasse: 'A Spy among Friends' van Ben Macintyre


Ben Macintyre werpt nieuw licht op  hét spionagedrama van de 20e eeuw en laat tegelijkertijd zien dat in de nadagen van het Britse Empire je afkomst en klasse verloochenen erger is dan je land verraden.

Dat waren nog eens tijden: je interesse in het spionnenvak bij de juiste personen laten vallen en wanneer de goede mensen (lees: mannen uit het establishment) je aanbevelen je vrijwel meteen aan de slag kunt als spion. Hoewel dit klinkt als een vroege James Bond is dit de pijnlijke waarheid hoe in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog maar ook nog wel daarna de Britse geheime dienst MI6 haar agenten selecteerde. Dus geen gedetailleerde background check of een uitgebreid traject van allerhande testen om toegang te krijgen tot de belangrijkste geheimen van het Verenigd Koninkrijk. Want precies zo is de manier waarop jonge mannen van het Britse establishment zoals Nicholas Elliott en Kim Philby direct vanuit de collegezalen van Cambridge toetraden tot het sanctum sanctorum van de Britse staatsveiligheid: MI6. Deze twee mannen zouden snel carrière maken en allebei kansen werden toegedicht om uiteindelijk de hoogste baas van MI6 te worden. Het zou heel anders lopen waarbij de een, Elliott, zijn land trouw zou dienen, maar de ander, zijn goede vriend Philby, zijn land zou verraden en de grootste crisis ontketenen die de Britse geheime dienst ooit heeft meegemaakt. Het verhaal van deze twee mannen en het schandaal die dit teweeg heeft gebracht is een kolfje naar de hand van Ben Macintyre die A Spy Among Friends heeft geschreven. Een spannend verhaal dat doet denken aan de spionageromans van John le Carré, maar dan waargebeurd. Niet voor niets levert diezelfde John le Carré een nawoord.

For King and Country
De ontdekking van de zogenaamde Cambridge Spies die jarenlang spioneerden voor de Sovjet Unie bracht het Verenigd Koninkrijk en haar regering in de jaren vijftig ernstig in verlegenheid. Zo ernstig dat de belangrijke positie van de Britse geheime dienst (die na het aflopen van de Tweede Wereldoorlog al tanende was) nooit meer hetzelfde zou zijn en de Verenigde Staten ook op dat punt vanaf dat moment volledig de lakens zou uitdelen. Dezelfde Amerikanen die – met James Jesus Angelton van de CIA voorop – overigens ook lang geloofden in de onschuld van Philby zelfs toen er al grote twijfels waren. Want deze Harold Adrian Russell Philby – indachtig de gelijknamige roman van Rudyard Kipling ‘Kim’ genoemd – was een geraffineerde dubbelagent wiens levenspad door Ben Macintyre (1963) uit de doeken wordt gedaan. En aangezien Macintyre geen vreemde is in dit genre doet hij dat op een zeer aansprekende manier door de vriendschap van Philby en Elliott als uitgangspunt te nemen. Zo volg je als lezer hun voortvarende carrières waarbij Philby al vanaf zijn studententijd in Cambridge zich had overgegeven aan het communisme. Een overgave waarvoor al de nodige aanwijzingen waren vanwege zijn uitingen op Cambridge en zijn eerste vrouw die het communisme aanhing. Maar zoals het toen ging was het vooral belangrijk wat je afkomst was en wie zich voor je wilde inzetten. Het kwam simpelweg niet op bij de mannen – het waren altijd mannen – van het establishment dat één van hen niet zou deugen.

Stranger in Moscow
Met het uitroken van de Cambridge Spies Guy Burgess en Donald MacLean, die na een tip van Philby, tijdig Engeland hebben kunnen ontvluchten, ontstonden de eerste twijfels over Philby. Zijn bravoure, maar toch vooral het feit dat men zich niet kon voorstellen dat hij of all people dubbelagent zou zijn, behoedde hem voor ongenade, ontslag en een lange gevangenisstraf. Hoewel hij een tijdje op non-actief werd gezet, kon hij na enkele jaren – via een post in Beirut – gewoon weer terugkeren bij MI6 en tegelijkertijd zijn werk voor de Russen voortzetten. Eén van zijn grootste verdedigers was diezelfde Nicholas Elliott. Pas toen het net zich echt sloot rondom Philby moesten Elliott en de zijnen toegeven dat ze erin gestonken waren. De confrontatie werd op zeer Engelse wijze aangepakt: onder het genot van een kopje thee een gesprek op het scherpst van de snede tussen Elliott en Philby. Een gesprek waar het als een thriller lezende boek van Macintyre mee begint en in de laatste hoofdstukken tot een ontknoping komt en nieuw licht werpt op hoe Philby naar Moskou is ontkomen en of dit nu wel of niet een overwinning was van de KGB. Eén ding is zeker: de op en top Engelse Philby bleef – zeker qua verschijning – een stranger in Moscow wetende dat het verraad aan zijn achtergrond hem door het establishment nog meer werd nagedragen dan het ernstige feit dat in the end deze Philby een ordinaire landverrader is met bloed aan zijn handen.


Oordeel FerdiBlog: ****

‘A Spy Among Friends. Kim Philby and the Great Betrayal’ van Ben Macintyre is in maart 2014 uitgegeven door Bloombury. Afgelopen maand is de paperback-versie verschenen. Een Nederlandse vertaling is als 'Een spion onder vrienden' uitgegeven door Prometheus/Bert Bakker. Bestellen kan hier

Deze recensie is eerder verschenen op Jalta, het online nieuwsmagazine. Met enige regelmaat zullen recensies op het gebied van Kunst & Cultuur ook daar gepubliceerd worden.

Reacties