Concert 27 november 2014: De grillige vuurdoop van Gatti bij het KCO

Daniele Gatti tijdens zijn eerste repetitie bij het KCO als hun aanstaand chef-dirigent (foto: Renske Vrolijk)

Mahler: Symfonie Nr. 6
Daniele Gatti, Koninklijk Concertgebouworkest
Het Concertgebouw, Amsterdam

Net benoemd tot beoogd opvolger van Mariss Jansons wil Daniele Gatti te veel zijn stempel drukken bij het KCO met een (te) eigenzinnige uitvoering van Mahler’s Zesde. Voor dit moment een brug te ver. 

Met het aangekondigde vertrek van Mariss Jansons ontstak een silly season in de wereld van de klassieke muziek. Eén van de meest felbegeerde posities als chef-dirigent kwam vrij, een positie die over het algemeen voor zeer lange tijd wordt vervuld aangezien het orkest sinds 1888 slechts zes chef-dirigenten heeft gehad: Willem Kes, Willem Mengelberg, Eduard van Beinum, Bernard Haitink, Riccardo Chailly en Mariss Jansons. Lange tijd leek Andris Nelsons, protegé van Jansons, de frontrunner met als gevaarlijke outsider Iván Fischer. Enigszins verrassend was het daarom ook dat na slechts een korte tijd na de aankondiging van het afscheid van Jansons witte rook aan de Van Baerlestraat in Amsterdam werd gesignaleerd met de aankondiging dat de Italiaan Daniele Gatti (1961) het stokje zou overnemen. Echt verbazingwekkend is dat niet aangezien Gatti al lange tijd dienst doet als gastdirigent en overduidelijk een connectie heeft opgebouwd met het orkest. Dit startte in 2004 met een indrukwekkend Wagner-programma en zette door in puike en vooral lyrische en temperamentvolle uitvoeringen van de Vijfde Symfonie (2010) en Negende Symfonie (2012) van Mahler en de succesvolle uitvoering van Verdi’s Falstaff met het KCO bij De Nationale Opera afgelopen seizoen. Met de Zesde Symfonie van Mahler kreeg Gatti zijn vuurdoop bij zijn nieuwe orkest. Helaas een grillige vuurdoop. 

Een veilige keuze
Het was gisteravond zonder meer duidelijk dat het optreden van Gatti bij het KCO het karakter van een first date had. Het publiek verwelkomde Gatti met open armen en Gatti laafde zich aan zijn aankomende nieuwe thuis, maar hij zal zonder meer de druk die op zijn schouders rust voelen. Zeker aangezien zijn benoeming, met name de afgelopen weken, in binnen- maar vooral buitenland behoorlijk kritisch is ontvangen. Termen als ‘te veilige keuze’ domineerden de instantoordelen. Deze recensent behoort niet tot dat koor. De concerten met Gatti zijn tot op heden immer wervelend geweest en een meer dan uitstekende uitvoering van de Negende van Mahler in oktober 2012 was voor deze recensent alle aanleiding om te voorspellen dat Gatti de grootste kanshebber zou zijn om Jansons op te volgen. Juist die Negende Mahler die - samen met de uitvoering van Verdi's Falstaff en een Alban Berg-opname voor RCO Live - het KCO hebben overtuigd om hun zegen aan Gatti te geven.

Gatti zoekt de uitersten
Met de Zesde van Mahler als vuurdoop maakt Gatti het zichzelf niet makkelijk. Dit krachtige en imposante werk is hondsmoeilijk om volledig goed te krijgen. In de Mahler-serie van het KCO was het aan (de inmiddels overleden) Lorin Maazel om de KCO door deze ‘tragische’ symfonie te loodsen. Het dreigende van de eerste delen ging hem niet goed af, maar een werkelijk prachtige en lyrische uitvoering van het Andante Moderato was het absolute hoogtepunt van de avond en misschien wel één van de beste uitvoeringen van dat deel. Gatti had zich heel duidelijk voorgenomen om zijn visitekaartje af te geven en een echt eigen interpretatie van Mahler’s Zesde neer te zetten. De dreiging van met name het eerste deel werd enorm voelbaar waardoor je meteen op het puntje van je stoel ging zitten. Een gejaagde dreiging van de marsgedeeltes in dit eerste deel wisselde Gatti af met de trager genomen rustige tussendelen. Gatti was op zoek naar de uitersten en zette deze lijn in de volgende delen door. Dit had als gevolg dat het hele stuk op zijn instigatie doorspekt was met tempowisselingen die het nodige vroegen van het KCO. En daar begon het toch flink te schuren wat de overall experience van dit donkere werk van Mahler geen goed deed. Het KCO moest op vele momenten alles uit de kast halen om de aankomend chef-dirigent bij te houden danwel dat bij de vertraging de consistentie verloren dreigde te gaan. En dat was – op de spannende en beeldschone momenten na - helaas flink hoorbaar en deed afbreuk aan dit monumentale werk. 

Desondanks een zonnige toekomst
Het lijkt er sterk op dat Gatti in zijn zucht om een goede eerste indruk te maken bewust kiest voor een duidelijk eigen interpretatie en het orkest met hem mee wilde nemen op die onstuimige reis. Dit kwam helaas niet uit de verf, waardoor de vuurdoop van Gatti – op z’n zachtst gezegd – nogal grillig was. Wat Gatti wilde met het orkest was duidelijk, maar is eigenlijk pas te realiseren wanneer dirigent en orkest een symbiose vormen door een hechte samenwerking. Een samenwerking die juist de komende jaren moet ontstaan. Hoewel de avond daarom teleurstellend is verlopen, biedt het alle perspectief voor de toekomst: een chef-dirigent die weet wat hij wil, de noodzakelijke kwaliteiten in huis heeft en alle tijd van de wereld om het KCO de sterren van de hemel te laten spelen. 

Oordeel FerdiBlog: ***

Lees eerdere recensies van het KCO onder Gatti op FerdiBlog: de Vijfde Symfonie van Mahler (als onderdeel van de KCO Mahler-serie), de Negende Symfonie van Mahler en Falstaff van Verdi. 

Aankomend chef-dirigent van het Koninklijk Concertgebouworkest Daniele Gatti staat op 27, 28 en 30 november 2014 op de bok met zijn nieuwe orkest met de Zesde Symfonie van Gustav Mahler. Kaarten bestellen kan hier.

Reacties