'Jurassic Park' van Michael Crichton


Een boek kan soms ook te bekend zijn. Die conclusie moet - althans voor mezelf - getrokken worden wanneer het gaat om bestseller-auteurs zoals Stephen King (zie hier voor mijn recensie van King's 11.22.63) en Michael Crichton. Jurassic Park (1990) betekende - na The Andromeda Strain (1969) - de definitieve mondiale doorbraak van Michael Crichton (1942-2008). Met diens boek over het gelijknamige themapark waar dinosaurussen weer tot leven waren gebracht en de verfilming in 1993 door niemand minder dan Steven Spielberg brak een ware dinomania uit. Jurassic Park bleek een enorme blockbuster en zette de naam van Crichton definitief in de schijnwerpers. Vele bestsellers, films en series zouden volgen. 

Pageturner
Diens boek is - gelijk de film - een enorme verkooptopper. Jaren en jaren geleden kocht ik de paperback-editie op een Amerikaanse vliegveld als reserveboek in het vliegtuig. Eenmaal thuis belandde het boek ongelezen in de boekenkast. En hoewel ik Jurassic Park menigmaal in mijn handen heb gehad om te gaan lezen, was er altijd een ander boek dat meer mijn aandacht trok. Daarbij is het natuurlijk altijd de vraag hoe handig het is om een boek te lezen waarvan je de film zo goed kent.

Het bijzondere aan Jurassic Park is dat hoewel de film in grote lijnen het boek volgt het boek nog steeds leest als een enorm spannende en goed doordachte pageturner. Het knappe van Crichton is dat hij mogelijke ontwikkelingen in de wetenschap op een overtuigende manier weet te brengen in samenhang met een verhaal waar de spanning langzamerhand wordt opgebouwd. 

Het verhaal van Jurassic Park is natuurlijk overbekend, maar Crichton vertelt het dan ook met verve. We volgen de bezoekers van Jurassic Park, een themapark op een afgelegen eiland voor de kust van Costa Rica. De rijke John Hammond is het gelukt om expertise en geld samen te brengen tot het themapark van de toekomst: een hypermoderne dierentuin waar dinosaurussen door het klonen van oeroud DNA van dinosaurussen - ontgonnen uit de botten van dinosaurussen en in amber bewaarde muggen volgezogen met dinobloed en aangevuld met onder andere DNA uit kikkers - opnieuw hun opwachting maken op de Aarde.

Weekend weg
Terecht zijn er grote twijfels bij de financiers van Hammond over de wijsheid van een dergelijke onderneming. Zeker in het licht van het feit dat in Costa Rica reptielachtige aanvallen hebben plaatsgevonden op kleine kinderen en baby's die doen vermoeden dat de uit de hand gelopen dierentuin van Hammond niet zo waterdicht is als hij doet vermoeden. Om de financiers te overtuigen en zijn creatie veilig te stellen, nodigt Hammond een kleine groep wetenschappers (Dr. Grant, Dr. Sattler en Dr. Malcolm) en de vertegenwoordiger van zijn financiers Donald Gennero samen met zijn kleinkinderen (Tim en Lex) uit om een weekend door te brengen in Jurassic Park. Natuurlijk loopt dit weekend volledig uit de hand en ontsnappen - door toedoen van een op geld beluste medewerker van Hammond (Nedry) - de dino's met alle gevolgen van dien. Gelijk de film, loopt in het boek de bodycount snel op.

Boek versus film
Opvallend is dat hoewel de film het boek behoorlijk volgt er toch een groot aantal verschillen zijn. Daar waar John Hammond door Richard Attenborough wordt neergezet als een wat wereldvreemde miljonair die onbedoeld een groot gevaar voor de mensheid heeft gecreëerd, daar is de John Hammond in het boek een stuk naargeestiger. Het loopt met de boekversie van John Hammond dan ook anders af dan in de film. Het einde van de boekversie van Jurasssic Park is ook aanmerkelijk anders en biedt meer ruimte voor de duiding van het dinogedrag. Iets waar in de film geen ruimte voor was. 

Gelijk de film kent het boek tal van spannende momenten waarbij hoofdpersonen net wel (of net niet) ontsnappen aan de gevaren van Jurassic Park. Opvallend daarbij is dat een behoorlijk aantal scènes de filmversie niet hebben gehaald, maar wel terecht zijn gekomen in de het kritisch ondergewaardeerde en donkere filmvervolg The Lost World (1995) en het aanmerkelijk mindere Jurassic Park III

Crichton heeft met Jurassic Park een heerlijk spannend verhaal geschreven dat je door de bladzijden jaagt alsof je door een T-Rex wordt achtervolgd. En ook al is het boek ruim twintig jaar oud en is de filmversie in ons collectieve geheugen gegrift: je krijgt geen spijt van dit boek.

Reacties