Concert 11 oktober 2012: Yannick's Beethoven & Mahler


Beethoven: Symfonie Nr. 2
Mahler: Symfonie Nr. 4

Christiane Karg (sopraan)
Yannick Nézet-Séguin, Rotterdams Philharmonisch Orkest
De Doelen, Rotterdam

Er zijn maar weinig dirigenten die zo energiek en gepassioneerd op de bok staan als Yannick Nézet-Séguin ('Yannick'). En nog minder die hun energie en passie weten over te brengen op hun orkest en een concert daarmee ongrijpbaar maken. Wat het programma ook is: Yannick is in staat om een tomeloze energie uit zijn musici te halen en daarmee zelfs het meest saaie stuk tot leven te brengen. Ik heb Yannick inmiddels al een aantal keer in Rotterdam meegemaakt en de conclusie is helder: er is ware (muzikale) liefde tussen Yannick, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het publiek.

Een liefde die soms wat bizarre vormen aanneemt wanneer het publiek na de uitvoering van de Tweede Symfonie van Ludwig van Beethoven (1770-1827) Yannick trakteert op zijn eerste, maar niet laatste, uitzinnige staande ovatie van de avond. Het valt me al langer op dat het instrument van de staande ovatie, vooral in Nederland, nogal aan inflatie onderhevig is. Het lijkt tegenwoordig te horen bij 'het avondje uit' om na een uitvoering, van welke kwaliteit dan ook, zo snel mogelijk een staande ovatie te geven. Een gebruik dat zich eerst nog beperkte tot het einde van het concert, maar nu voor de pauze, ook wanneer er geen solist op het podium is die na de pauze niet terugkomt, ook al gemeengoed lijkt te zijn. Nu kun je natuurlijk nooit echt bezwaar maken tegen een staande ovatie: het is immers de optelsom van individuele meningen over de uitvoering die zonder dwang tot stand komt. Maar vreemd is het wel. Met name omdat het de vraag is wanneer je deelgenoot bent geweest van een, in de woorden van Mariss Jansons, 'kosmische' uitvoering. Zeker gezien het feit dat het soms lastig lijkt voor een publiek om de laatste noot weg te laten sterven en na te genieten. Misschien zijn mensen al de laatste minuten gericht op de garderobe en is een staande ovatie niet meer dan een efficiënte tussenstap. Gelukkig merk je, tussen de staande ovaties door, toch nog altijd iets aan de intensiteit van de ovatie, en natuurlijk je eigen gevoel, of er sprake was van een bijzonder concert.

En het voorgaande is kritisch op het Nederlandse concertpubliek, maar de emotie erachter bij dit specifieke concert snap ik zeker. Het is gewoon duidelijk dat Yannick iets bijzonders doet. En dat werd me op donderdagavond het meest duidelijk bij de symfonie van Beethoven. In alle eerlijkheid: een echt fascinerend werk vind ik het niet. De buitenste delen hebben veel weg van Haydn, maar dan minder 'to the point'. De binnenste delen vond ik vooral erg saai. En toch: de energieke wijze waarop Yannick de partituur grijpt, zich eigen maakt en overbrengt op het orkest maakte het tot een heerlijke uitvoering. Hoewel ik bij de binnenste delen toch vaak met mijn gedachten ergens anders was. In weerwil van de verdedigers van deze vroege symfonie van Beethoven ben ik niet van mening dat Beethoven hier zijn 'eigen stem' al aan het vinden was. Het was me iets teveel Haydn en Mozart zonder hun scherpzinnigheid. 

Na de pauze was het de beurt aan volgens mij de meest uitgevoerde symfonie van Gustav Mahler (1860-1911): zijn Vierde Symfonie. Het was de eerste symfonie van Mahler waarmee ik in aanraking kwam en inmiddels was dit de derde keer dat ik 'm live hoorde. En gek genoeg heeft een 'live'-uitvoering me nog niet kunnen bekoren. Ik hoorde deze symfonie voor het laatst door mijn Mahler-abonnement van het Koninklijk Concertgebouworkest waar Ivan Fiscsher op de bok stond. En hoewel Fischer tekent voor de 'benchmark'-opname was ik toen nogal 'underwhelmed'. Donderdag was dat anders. Wederom nam Yannick met zijn energie en passie orkest en publiek mee in een heerlijke uitvoering van Mahler's vierde. Vanaf de allereerste 'jingle bells' via het tweede deel waar de concertmeester schitterde in zijn solo en het zorgvuldig opgebouwde derde deel met het orkestrale hoogtepunt tegen het einde waarbij Yannick op de poorten van de hemel leek te willen kloppen naar het zorgvuldig en mooi door Christiane Karg gezongen 'Das Himmlische Leben' fascineerde deze uitvoering tot de allerlaatste noot. Na het wegsterven van die noot bleef het een aantal momenten adembenemend stil en volgde, ditmaal meer dan terecht, een daverende staande ovatie.

Reacties