'The Stranger's Child' van Alan Hollinghurst


De uitreiking van de prestigieuze Britse Man Booker Prize werd in 2011 overschaduwd door het feit dat voor de handliggende boeken weliswaar de longlist, maar niet de shortlist hadden gehaald. Uiteindelijk won 'Sense of an Ending' van Julian Barnes, maar velen waren verrast dan wel geërgerd over het feit dat het nieuwe boek van Alan Hollinghurst niet had gewonnen, laat staan de shortlist niet had gehaald. Dat gecombineerd met het feit dat ik vrijwel alle boeken van Hollinghurst met veel plezier heb gelezen (recensies van 'The Swimming-Pool Library' hier en 'The Spell' hier) kon het dus niet uitblijven dat ik 'The Stranger's Child' zou lezen.

Na het lezen van 'The Stranger's Child' kom ik tot de conclusie dat dit het meest ambitieuze boek van Hollinghurst tot op heden is. Dit komt niet alleen door het aantal pagina's (bijna 600), maar ook de wijze waarop het boek in elkaar zit en is geschreven. Op veel punten is het een roman in de mal van 'Brideshead Revisited' van Evelyn Waugh. Net als bij Waugh speelt homoseksualiteit een grote rol in dit boek zoals het een zeer grote rol speelt in de rest van het oeuvre van Hollinghurst. Daarbij valt het wel op dat dit in ieder boek minder expliciet is. Zie hierover ook mijn recensies van de andere twee boeken waar ook 'The Line of Beauty' in naar voren komt. Ook het onderwerp past in de sfeer van 'Brideshead Revisited': centraal in het boek staat de (fictieve) 'minor poet' Cecil Valance wiens bezoek, in 1913 aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, aan het ouderlijk huis van zijn Cambridge-vriend George Sawl inspireert tot zijn bekendste gedicht 'Two Acres' (naar het gelijknamige huis) dat door de Eerste Wereldoorlog en het verlangen naar het oude Engeland nieuwe betekenis krijgt en tevens wordt omarmd door Churchill. Tijdens het bezoek is maar al te duidelijk dat de vriendschap van George en Cecil heel ver gaat. In die tijd is het 'the love that dares not speak its name' maar ondertussen veel en vaak, vooral in de wereld van Oxbridge, voorkomt. Gezien zijn charmante voorkomen en zijn niet-alledaagse houding en zeer goede komaf (woonachtig op het statige Corley Court wat zijn broer Dudley verleidt tot de uitspraak: 'Waarom heeft hij een gedicht geschreven over 'two acres' (hectares) terwijl hij erfgenaam was van 10.000 'acres'). Tegelijkertijd is de zus van George, Daphne, heimelijk verliefd op Cecil, terwijl de broer van George, Hubert, een vreemde vriendschap met de oudere (en naar later blijkt homoseksuele) Harry Hewitt er op na houdt.

Het mooi aan het boek is dat het in vijf delen verschillende tijdsperiodes beschrijft van 1913 tot en met 2008. Hoewel Valance in de Eerste Wereldoorlog omkomt, is hij wel de verbindende schakel tussen de brede schakering van personages die in de vijf periodes aan bod komen. Er is, op Valance (althans in geest) na, geen enkel personage dat in alle delen voorkomt. Via die vijf periodes kom je steeds meer te weten over Valance, maar vooral ook het tijdsbeeld en de interactie tussen de verschillende personages. Het is alsof je als een voyeur telkens in een tijdmachine stapt. Het tweede deel speelt na de Eerste Wereldoorlog waar blijkt dat Cecil (en Hubert) in de oorlog is omgekomen en Daphne, na een verloving met Cecil via de oorlogspost, is getrouwd met diens jongere broer Dudley. Tijdens een feestje is ook Sebastian Stokes te gast die werkt aan een biografie van de oorlogsdichter Cecil, die ligt begraven in een crypte in Corley Court onder een marmeren gelijkenis van hemzelf. De biografie gaat over veel zaken, maar juist niet die zaken rondom 'the love that dears not speaks its name'. Aan het einde van dit deel wordt duidelijk dat Daphne niet gelukkig is met Dudley, mede vanwege het feit dat hij een tik aan de oorlog heeft gehouden. Zij gaat vreemd met een bezoekende fotograaf Revel Ralph. Dat Daphne getrouwd is met de broer van Cecil is overigens niet zo vreemd: het gebeurde in die tijd wel vaker dat een verloofde van een omgekomen broer werd 'overgenomen'. Een van de eerste voorbeelden daarvan is overigens Hendrik VIII die de (nog 'onbedorven') vrouw van zijn vroeggestorven broer en troonopvolger Arthur, Katharina van Aragon, 'overnam'. Dit zou nog een grote rol spelen bij zijn poging om van haar te scheiden en de uiteindelijk breuk tussen Engeland en de Paus en de totstandkoming van de Anglicaanse kerk.

Vervolgens schiet het boek door tot na de Tweede Wereldoorlog in de jaren zestig waar het erop lijkt dat de personages niets hebben met Valance. Het gaat vooral over de ontluikende relatie van bankbediende Paul Bryant en muziekleraar Peter Rowe. Totdat blijkt dat Rowe lesgeeft op een jongensschool gevestigd in Corley Court, Bryant gefascineerd is door Cecil Valance en Rowe bevriend is met de familie Keeping die via Leslie Keeping als schoonzoon is verbonden aan Daphne, de inmiddels ex-verloofde van Cecil en ex-vrouw van Dudley en ook Revel Ralph en inmiddels door het leven gaat als weduwe van ene Jacobs. Keeping is weer de manager van de bank van Bryant en zo is de cirkel weer rond. Diezelfde Bryant blijkt eind jaren zeventig, begin jaren tachtig bezig te zijn met een biografie over Cecil Valance waarbij hij de inmiddels bejaarde Daphne, Dudley en George spreekt. Het boek eindigt in 2008 bij de herdenkingsdienst van Peter Rowe waar blijkt dat Bryant een scandaleuze biografie over Valance en daarna nog vele andere boeken heeft uitgebracht en een 'minor celebrity' is. Dit is slechts in vogelvlucht een overzicht van de diverse dwarsverbanden die tussen de vijf hoofdstukken bestaan, maar bij het lezen zijn er nog veel en veel meer.

Het is overigens ook een erg mooi geschreven boek waarbij ik de waarschuwing meegeef dat ik begrepen heb dat de Nederlandse vertaling ondermaats is. Zeker bij dit boek ben ik blij met mijn eigen uitgangspunt van het zoveel mogelijk lezen van boeken in de oorspronkelijke taal indien ik de betreffende taal ook echt machtig ben. Enige minpunt aan het boek is dat ik niet alle hoofdstukken even sterk vond en het einde een beetje 'wegloopt'. Maar dat hoeft niemand te weerhouden want ik sluit me aan bij de critici die vonden dat 'The Stranger's Child' (de titel komt van een deel van het gedicht 'In Memoriam A.H.H.' van Alfred Lord Tennyson) de Booker Prize 2011 verdiende. 'The Line of Beauty' was tot op heden mijn favoriete Hollinghurst, maar deze heeft stevige concurrentie gekregen. 'The jury's still out!'

Reacties