Concert 22 december 2011: 'Jauchzet, Frohlocket' in Rotterdam


Bach: Weihnachtsoratorium
I. Teil: Am ersten Weihnachtsfeiertage
III. Teil: Am dritten Weihnachtsfeiertage
IV. Teil: Am Feste der Beschneidung Christi
VI. Teil: Am Feste der Erscheinung Christi

Carolyn Sampson (sopraan)
Susan Bickley (alt)
Andrew Tortise (tenor)
Christopher Purves (bas)
Vlaams Radiokoor

Richard Egarr, Rotterdams Philharmonisch Orkest
De Doelen, Rotterdam

In de aanloop naar de Kerst zijn er in talloze concertzalen en kerken in Nederland concerten die in het teken staan van de Kerst. Zo ook gisteravond in De Doelen waar het kerstwerk par excellence, Bach's Weihnachtsoratorium, werd uitgevoerd door het Rotterdams Philharmonisch Orkest met op de bok 'de Bernstein van de oude muziek' Richard Egarr. Sinds ik een repetitie en een concert van Egarr heb ik bijgewoond, ben ik ongereserveerd fan van deze energieke en multigetalenteerde dirigent. Hierover valt meer te lezen in een blog over een concert van 10 april 2011 van dezelfde Egarr.

Zoals in de aanloop naar Pasen de Matthaüs-Passion van Bach in grote getale op de lessenaars van de Nederlandse concertzalen en kerken verschijnt, zo leiden de donkere dagen voor Kerst naar het verlangen om het Weihnachtsoratorium te horen. Bach is, zeker in Nederland met haar Bach-traditie, hofleverancier van de traditionele (christelijke) feestdagen. En dat is ook niet zo vreemd: het werk van Bach is van een grote schoonheid en maakt gevoelens los bij zelfs de meest cynische luisteraar. Daar waar de Matthaüs-Passion niet tot feestlijkheden noopt, is het met het Weihnachtsoratoirum volstrekt anders. Het veelvuldige gebruik vann pauken en trompetten (niet te horen in de Matthaüs- of Johannes-Passion) brengen, zoals het programmaboekje in Rotterdam al stelde, licht in de duisternis. Zodra de eerste cantate met haar feestlijke 'Jauchzet, Frohlocket' (juicht en jubelt) klinkt, ben je meteen in de Kerststemming.

Gisteravond was dit niet anders, mede door een goede uitvoering door het solisten, het Vlaams Radiokoor en het Rotterdams Philharmonisch onder Egarr die ook de klavecimbel speelde. Een prachtig gezicht om Egarr de diverse rollen zo soepel en enthousiast te zien balanceren. De solisten waren over het algemeen goed, waarbij vooral de kracht van Christopher Purves (bas) opviel. Opvallende aan zijn carrière is dat hij na zijn studie zich schoolde als zanger in het koor van King's College waarna hij zich aansloot bij de rockband Harvey and the Wallbangers. Een opmerkelijke carrière die hem alleen maar goed heeft gedaan. De andere solisten kwamen iets minder uit de verf, maar dat heeft ook met de akoestiek van De Doelen te maken die niet overmatig geschikt is voor dit werk. Het klonk bij tijd en wijle wat 'dun'. Dit met name ook door de keuze van Egarr, vanuit zijn wens tot een meer authentieke uitvoering van oude muziek, tot een kleine bezetting. Dit staat garant voor een energieke, want sneller genomen, uitvoering, maar de akoestiek van De Doelen kan hier niet helemaal mee omgaan. Een dergelijk werk blijft toch het beste wanneer uitgevoerd daar waar het hoort: in een kerk. De aanpak van Egarr valt het beste te vergelijken met die andere voorvechter van authentieke uitvoering Sir John Eliot Gardiner. Wanneer een meer gedragen en 'volle' uitvoering wordt gezocht zoals de klassieke opname van het Münchener-Bach Orchester onder Karl Richter ben je bij Egarr niet aan het goede adres.

Overigens speelde Egarr slechts vier van de zes cantates die samen het Weihnachtsoratorium uitmaken. Niet zo vreemd aangezien het gehele oratorium ruim drie uur in beslag neemt. In vroegere tijden werden de cantates gekoppeld aan lithurgie en werd per dag slechts één cantate gespeeld. Dit leidt wellicht tot het beeld dat de cantates afzonderlijk van elkaar zijn, maar de cantates vormen één geheel, zowel qua muziek als tekst. De tekst is hoogtwaarschijnlijk, net als bij de Matthaüs-Passion, van de hand van Picander en betreft delen uit het Matteüs en Lucas uit het Nieuwe Testament en vertelt over de geboorte van Jezus tot aan het bezoek van de drie wijzen. Zo glorieus als het oratorium begint zo glorieus eindigt deze ook: een triomferend slotkoraal bevestigt de overwinning van Christus op het kwaad en zorgde dat alle aanwezigen in De Doelen in ernst hun Kerstviering konden starten.

Reacties