Concert 28 oktober 2011: Mozart en Schubert in Zweedse uitbundigheid


Mozart: Symfonie Nr. 39
Schubert: Symfonie Nr. 9

Herbert Blomstedt, Koninklijk Concertgebouworkest
Concertgebouw, Amsterdam

Met twee (over)bekende symfonieën van Mozart en Schubert begon vrijdag de E-serie 'De grote maestro's' van het Koninklijk Concertegebouworkest. Met het komende seizoen dirigenten als o.a. Bernard Haitink, Kurt Masur, Nikolaus Harnoncourt en de eigen chef-dirigent Mariss Jansons in deze serie zegt het KCO met deze betiteling geen woord te veel. De serie werd afgetrapt door de Zweedse dirigent Herbert Blomstedt die met een, op het eerste gezicht, nogal gewoon programma op de bok stond: de 39e symfonie van Mozart gevolgd door de 'Grote Symfonie' (9e) van Schubert.

De symfonieën van Mozart, en dan met name de latere, zijn prachtige werken, maar vaak bekruipt mij het gevoel dat, mede vanwege de prettige lengte, ze uitstekend geacht worden om het 'programma voor de pauze' op te vullen. Deze symfonie had ik al eens eerder uitgevoerd gehoord door het KCO met Haitink op de bok. Na de pauze kwamen toen de echte 'showstoppers': La Mer van Debussy en de zevende symfonie van Beethoven. En het gebeurt dus heel vaak. Speel je de eerste symfonie van Mahler? Niets fijner dan voor de pauze één van de 41 symfonieën van Mozart programmeren. Van alle symfonieën van Mozart heb ik nog het meest met diens 40e. De uitvoering van de 39e door Blomstedt was voorbeeldig en ouderwets gloedvol. Ondanks de kleinere bezetting voor de pauze is Blomstedt nog gewoon van de traditionele school die Mozart spontaan, gloedvol en uitbundig wil laten klinken. Opvallend was overigens daarbij dat Blomstedt er voor koos om niet op de normale verhoging te staan, maar gelijkvoers met het orkest te dirigeren. Gezien de beperkte bezetting niet meer dan begrijpelijk. Na de pauze was de bekende verhoging overigens gewoon weer present.

Na de pauze was het de beurt aan het orkestrale magnum opus van Schubert: de Negende symfonie. Bij de nummering van Schubert's symfonieën is er overigens altijd wat onduidelijkheid. Zijn zevende symfonie is nooit georkestreerd maar dus wel genummerd. Tevens is de achtste symfonie onvoltooid gebleven terwijl de negende wel volledig gecomponeerd is na de achtste. Schubert's negende is by far zijn langste, maar ook meest melodieuze symfonie. De finale is energiek terwijl in de andere delen tussendoor prachtige kleinschalige muziek is te horen. Blomstedt staat bekend om zijn uitvoeringen van Duits-Oostenrijkse componisten en Schubert is daar een goed voorbeeld van. Blomstedt staat te genieten op de bok en zweept het orkest met zijn enthousiasme op een energieke, gloedvolle en prachtige uitvoering neer te zetten. Dat Blomstedt zoveel plezier heeft in het dirigeren wordt ook duidelijk is zijn omgang met zijn geloof. Blomstedt is lid van het Kerkgenootschap van de Zevende-Dags Adventisten een religieuze stroming die de sabbat plaatst op de zaterdag waardoor Blomstedt op vrijdagavonden en zaterdagen niet repeteert. Het dirigeren van een concert ziet hij niet als werk dus is geoorloofd. En dat was vrijdag dus te zien: zijn enthousiasme was aanstekelijk en werd duidelijk bij het enthousiaste applaus van het publiek dat terecht zijn deel was. De inmiddels 84-jarige Blomstedt trekt zich niets van zijn leeftijd aan: waar Haitink inmiddels de beroemde trap van het Concertgebouw laat voor wat het is, dribbelt Blomstedt nog vrolijk heen en weer.

De E-serie is dus, ondanks het weinig verrassende programma, erg goed begonnen. De komende maanden staan Jansons, Haitink en Masur op het programma. Tegenvallers lijken bij voorbaat uitgesloten.

Reacties