Concert 10 juni 2011: Ein Deutsches Requiem


Brahms: Ein Deutsches Requiem

Ingela Bohlin (sopraan), Robert Holl (bas)
Nederlands Concertkoor, m.m.v. VU-Kamerkoor
Residentie Orkest, Claus Peter Flor
Dr. Anton Philipszaal, Den Haag

Het is ironisch dat op de dag dat het kabinet een besluit neemt over de door staatssecretaris Zijlstra voorgestelde cultuurbezuinigingen het - in de gevarenzone verkerende - Residentie Orkest een requiem op de lessenaar heeft. Het Residentie Orkest heeft in een persbericht wijs gereageerd op de plannen van Zijlstra en geconstateerd dat het orkest mogelijkheden ziet, mede met hulp van de decentrale overheden, een plek in de basisinfrastructuur te behouden. Dit laat onverlet dat ik toch vraagtekens zet bij de plannen van Zijlstra. Natuurlijk moet er bezuinigd worden, maar omvang en tempo lijken niet opportuun. Daarbij is er naar mijn smaak (hopelijk vooralsnog) te weinig aandacht voor de toegevoegde waarde van cultuur aan de kwaliteit van leven en de aantrekkelijkheid van met name stedelijke gebieden. Goed om je op topensembles te richten, maar als je alles wat eronder zit wegbezuinigt is het wel gedaan met de kweekvijver. Dit is echter een onderwerp voor een aparte blog, terug naar het concert!

Claus Peter Flor is een graag geziene gastdirigent bij het Residentie Orkest. Vorig jaar zag ik hem al eens in Den Haag met een volledig Wagner-programma waaronder de Wesendonck-Lieder en het slot van de Götterdämmerung: prachtig. Ook zag ik hem met Bruch en Franck op de lessenaar, tijdens een vakantie in Dallas, bij het Dallas Symphony Orchestra waar hij jarenlang vaste gastdirigent was om het chef-dirigentschap door toedoen van Jaap van Zweden, die de Texanen in de armen hebben gesloten, aan zijn neus voorbij te zien gaan. Flor is een typisch product van regionale Duitse orkesten die geen wereldberoemde, maar wel hele goede dirigenten afleveren. Een kenner van de Duitse Romantische muziek dus. Voor de liefhebber van Mendelssohn: Flor heeft met 'zijn' Bamberger Symphoniker een paar prachtige opnames gemaakt van de symfonieën en ouvertures van Mendelssohn.

'Ein Deutsches Requiem' van Johannes Brahms (1833-1897) ken ik, ondanks de status van klasieker, niet goed. Ik heb pas recent een opname ervan gekocht onder Herreweghe. Tijdens dit concert heb ik me helemaal kunnen onderdompelen in dit Requiem van de niet-religieuze Brahms. De dramatiek en het altijd op de loer liggende onheil van Requiems in het Latijn ontbreken hier. Zoals in de programmatoelichting treffend Brahms-kenner Karl Geringer wordt geciteerd, eindigt elk van de zeven delen van Brahms' Requiem in een sfeer van blijmoedig vertrouwen of liefdevolle belofte. In tegenstelling tot de Latijnse requiems is dit werk niet bedoeld voor God, maar om mensen troost te bieden en te verzoenen met het idee van lijden en dood. De prachtige vertolkingen van dirigent, koor, orkest en solisten versterkten dit gevoel alleen maar. Met name de Nederlandse bas Robert Holl was zeer indrukwekkend. Op zijn meer dan indrukwekkende CV prijken daarom niet voor niets meerdere hoofdrollen in de opera's van Wagner. Het samenspel tussen orkest en koor was prachtig gedoseerd door Flor waarbij met name het tweede deel bij mij leidde tot kippevel, maar bij een man een paar rijen voor me tot tranen (van ontroering, niet afgrijzen).

Ik ga er maar vanuit dat dit Requiem het Residentie Orkest troost moet bieden in deze moeilijke tijden en dat er geen sprake is van een herdenkingsconcert.

Reacties